Regionale Ontwikkelingsmaatschappij Oost NL: “Circulariteit maakt weerbaarder”
Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen (ROM’s) spelen een aanjagende rol in de circulaire transitie. In de provincies Gelderland en Overijssel is dat Oost NL. Senior projectmanager Martijn Kerssen en zijn collega Matthijs Hess Spoelstra (kwartiermaker CESI-ON, voor slimme en circulaire maakindustrie in Oost-Nederland) vertellen hoe ze invulling geven aan het faciliteren en versnellen van deze transitie. Het Living Lab Regio Zwolle Circulair, Oost NL en CESI-ON werken nauw samen aan deze gezamenlijke opgave.
Wat is de voornaamste doelstelling van Oost NL?
Martijn Kerssen (MK): “Oost NL is opgericht in de economische crisis van de jaren tachtig. Het toenmalige ministerie van Economische Zaken zag dat er in landelijke gebieden versterking van de economie nodig was. We zijn een zogenaamde publieke BV: de twee provincies en het ministerie van EZK zijn nog altijd de grootste aandeelhouders.”
Matthijs Hes Spoelstra (MHS): “De laatste jaren zie je de rol van ROM’s verschuiven van economische bestendiging naar het versnellen van maatschappelijke transities en innovaties. Er ontstaat meer ruimte voor het invullen van maatschappelijke oplossingen. Dit leidt uiteindelijk evengoed tot economische structuurversterking.”
Hoe pakken jullie dat aan?
MK: “Van oudsher heeft Oost NL drie kernactiviteiten: om te beginnen business development: we helpen we innovatieve bedrijven bij hun ontwikkeling. Onze tweede activiteit is financiering, door samen met anderen te investeren in bedrijven die circulaire stappen willen zetten. En tenslotte verbinden we de regio Oost-Nederland met nationale en internationale spelers.
Innovatie heeft vaak raakvlakken met de circulaire transitie, maar ook met de energietransitie en met smart industry. Daar waar bedrijven nog niet in staat zijn om stappen te zetten in de circulaire transitie, kunnen wij helpen om plannen op papier te zetten en bedrijven aan elkaar te koppelen om elkaar verder te helpen. Zodra ze zelf verder kunnen, is ons doel bereikt.”
Hoe staat het ervoor met de circulaire transitie in Oost-Nederland?
MHS: “Ik ben hier onder meer komen werken vanwege het beeld dat ze hier voorop lopen in die transitie. En dat klopt volgens mij ook. In Oost Nederland hebben we grote, impactvolle projecten die tot wasdom kunnen komen.”
MK: “De pragmatische, nuchtere aanpak is ook wel echt ‘des oostens’. Er wordt hier niet zo geroeptoeterd. Ik kom zelf uit het westen en ik merk dat verschil. Hier wil men een initiatief eerst stevig neerzetten voordat ze erover communiceren. En dat communiceren vergeten ze dan vervolgens vaak.”
Is de voorsprong die jullie in het oosten zien niet mede een gevolg van die jarenlange economische ondersteuning via de ROM’s?
MK/MHS, tegelijkertijd: “Nee.”/ “Ja.” Hilariteit.
MK: “In het oosten spelen rentmeesterschap en ‘noaberschap’ een belangrijke rol. Dat zijn ook aanjagers van circulariteit: verantwoordelijkheid voor elkaar en voor volgende generaties.”
MHS: “Ik denk wel dat het heeft geholpen dat er hier dankzij de ROM al langer een beeld bestaat van wat nodig is in de markt. Elders ontbreekt het nog vaak aan onderlinge samenhang.”
Wat maakt het voor circulaire initiatieven zo lastig om tot wasdom te komen?
MHS: “Kleine bedrijven hebben vaak niet de tijd om zich bezig te houden met circulariteit. Maar in grotere bedrijven die iemand dedicated op het thema hebben, lopen ondernemers tegen bezwaren in de bedrijfsvoering op, of tegen het argument: ‘We doen het al dertig jaar zo’. Ik heb dat zelf in het verleden ervaren in een bedrijf.”
Hoe helpen jullie dit te doorbreken?
MHS: “Door groter te denken en voorbeelden te laten zien van hoe andere ondernemers het aanpakken. En door het bouwen van projecten en programma’s die drempels wegnemen en innovatie stimuleren, zodat ondernemers makkelijker een volgende stap kunnen zetten.”
MK: “Een mooi voorbeeld van zo’n stap is het volgen van een CIRCO Track. Oost NL werkt al heel lang samen met CIRCO, zelf ben ik inmiddels ook trainer. Die tracks helpen ondernemers geweldig bij het opbouwen van een netwerk en het uitwerken van een concreet stappenplan.”
Welk advies zouden jullie ondernemers in het algemeen willen meegeven?
MHS: “Veel ondernemers zien circulariteit als ‘iets wat moet’. Hebben ze net hun dak vol zonnepanelen voor de energietransitie, moeten ze weer mee in de circulaire transitie. Je kunt er ook op een andere manier naar kijken: door corona hebben we een voorproefje gekregen van haperende supply chains. Dat kan een goede aanleiding zijn om je bewuster te worden van je eigen materiaalgebruik: kan ik die grondstoffen over vijf jaar nog steeds inkopen?
MK: “Circulaire stappen worden ook vaak vooral gezien als een kostenpost. Maar in de praktijk zijn er heel veel voorbeelden van kostenbesparing en beter rendement door hergebruik van materialen. Circulariteit levert ook business op.”
MHS: “En weerbaarheid.”
MK: “Het hoeft ook niet meteen voor de volle honderd procent. Het begint met een eerste stap.”
Bron: Circulaire Maakindustrie